Bron MCT -2009
Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen (cytostatica) die de celdeling remmen. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met hun eigen invloed. Vaak worden verschillende combinaties van cytostatica gegeven. Ze kunnen op verschillende manieren worden toegediend. Bijvoorbeeld via een infuus, als tablet of met een injectie. Via het bloed verspreidt de cytostatica zich door het lichaam. Zo kunnen ze op vrijwel alle plaatsen in het lichaam kankercellen bereiken. Soms kunnen cytostatica plaatselijk worden toegediend, bijvoorbeeld in een arm of been of in de lever.

Meestal worden de cytostatica gedurende een aantal uren of dagen toegediend volgens een vastgesteld schema. Soms kan dit in dagbehandeling en soms moet u hiervoor worden opgenomen. Hierna volgt een rustperiode waarin geen cytostatica worden gegeven. Deze rustperiode duurt meestal een aantal weken. Een dergelijke schema van toediening met daarna een rustperiode heet een cytostaticakuur. Zo`n kuur wordt enige malen herhaald. Na een aantal kuren wordt onderzoek gedaan naar het effect van de behandeling.

U kunt chemotherapie als onderdeel van een genezende behandeling krijgen. Hierbij wordt de chemotherapie bijvoorbeeld na een operatie gegeven. Dit heet een adjuvante behandeling. Ook kan chemotherapie de eerste behandeling zijn. De arts bekijkt dan of na enkele kuren een operatie mogelijk is. Dit heet een neoadjuvante behandeling. Bij bepaalde vormen van kanker kan iemand genezen door alleen chemotherapie. Chemotherapie is soms alleen bedoeld om klachten te verhelpen of te verminderen. Dan gaat het om een palliatieve behandeling.

Cytostatica tasten naast kankercellen ook gezonde cellen aan. Als gevolg hiervan kunnen onaangename bijwerkingen optreden. De aard en de ernst van de bijwerkingen is sterk afhankelijk van welk soort chemotherapie gegeven wordt en de dosis ervan. De internist/oncoloog informeert u hierover. Een aantal veel voorkomende bijwerkingen zijn:

  • haaruitval
  • misselijkheid
  • braken
  • darmstoornissen
  • verhoogde kans op infecties
  • vermoeidheid

De behandeling kan hierdoor belastend zijn. Een aantal bijwerkingen zoals misselijkheid en braken kan met medicijnen worden bestreden. De bijwerkingen verminderen nadat de cytostaticatoediening is beëindigd meestal geleidelijk. Vermoeidheid kan na de behandeling nog lang aanhouden.

Weblinks

Lotgenoten:

Patiëntenverenigingen:

Wijziging of aanvulling doorgeven?

Hier uw wijziging, graag met volledige url