Als iemand in je familie kanker heeft, dan kan dat veel voor je betekenen. Andere mensen die in de zelfde situatie hebben gezeten zeggen dat het heel veel dingen kan betekenen: verwarrend, beangstigend, eenzaam, en veel meer. Het kan zijn dat je het gevoel wat je hebt moeilijk te begrijpen vindt en soms ook moeilijk vindt om daar met iemand over te praten. Dit artikel gaat over de ervaringen van anderen, die een familielid hebben gehad met kanker. Sommige dingen die je leest , speciaal over gevoelens, slaan misschien nergens op voor jou. Het lijkt misschien zelfs wel gek. Of het lijkt juist erg op wat je voelt of hebt gevoeld en wat er met je is gebeurd.
Onthoudt: gevoelens zijn niet goed of slecht. Het zijn gewoon gevoelens en ze zijn normaal en vele anderen hebben die gevoelens ook. En zelfs als je probeert om die gevoelens weg te wensen of te negeren, of als je je schuldig voelt of beschaamd, dan zijn ze er nog steeds.
Een goeie manier om met gevoelens om te gaan is toegeven dat je ze hebt en er over te praten. Praat met je ouders, een andere volwassenen of met je vrienden. Of je kunt praten met anderen die ook een familielid hebben die kanker heeft of heeft gehad. Je zult verrast zijn hoeveel beter je je zult voelen als je eenmaal over je gevoelens met iemand hebt gepraat..
Mensen die je kunnen helpen, naast je ouders:
- Opa’s en oma’s, ooms en tantes
- Buren waar je goed mee overweg kan
- Meesters, juffen, leraren en leraressen, decaan
- Iemand van de kerk
- Een coach bij je sport, club b.v. of scoutingleider
- Speciale volwassen vrienden
- Een oudere broer of zus
- Vrienden van je ouders
- Ouders van een vriend of vriendin
- Vrienden van je eigen leeftijd
- Iemand van het ziekenhuis
- Een dokter, verpleegster, sociaal werker
- De huisarts
- De schooldokter
Het kan moeilijk zijn om over kanker te praten
Soms is het niet makkelijk om over je gevoel te praten of over je problemen. Het is niet alleen moeilijk om te zeggen wat je voelt, maar andere mensen kunnen er ook niet klaar voor zijn of in staat zijn om te luisteren of te helpen. Sommige vragen kunnen je ouders van streek maken omdat ze niet weten hoe ze moeten antwoorden of omdat jouw zorgen ze herinnert aan hun eigen zorgen. Het is mogelijk dat jouw ouders niet helemaal klaar zijn om met jou te praten, wanneer jij dat wel bent. Sommige ouders, helemaal los van hoeveel ze van hun kinderen houden, weten niet hoe ze moeten praten over moeilijke zaken met hun kinderen. Als je normaal ook al goed met je ouders kan praten is er waarschijnlijk geen probleem. Als je ouders niet in staat zijn om met je te praten over jouw gevoelens, dan zijn ze misschien wel in staat om je te helpen om iemand te vinden met wie je wel kan praten, zoals iemand van het ziekenhuis, een bekende of vriend, of iemand van school of een hulpverlener. Je kunt dat gewoon aan hun vragen.
In dit hoofdstuk worden voorbeelden gegeven van wat anderen, met een vader, moeder, zus of broer met kanker, hebben gezegd over wat ze hebben gevoeld.
Bang zijn….
‘Ik begreep er eerst niet zoveel van. Ik was het meest bang dat ze misschien dood zou gaan, want mijn zus en ik hebben een goeie band. Ik was echt bang en ik dacht ook dat het misschien besmettelijk was’ . Laura, 13 jaar
Het meisje dat dit gezegd heeft, had een zus met kanker, maar dat kan net zo beangstigend zijn als wanneer een van je ouders kanker heeft. Als iemand te horen krijgt dat hij kanker heeft, dan kan het lijken of je hele wereld in elkaar stort. Misschien weet je er wel heel weinig van, misschien herinner je je wat je ooit eerder over kanker hebt gehoord. Bang zijn dat iemand dood gaat aan kanker is normaal, vooral als de enige mensen met kanker, die je hebt gekend, eraan dood zijn gegaan. En bang zijn dat jij of anderen uit je familie het ook krijgen is ook normaal. Waarom? Omdat er zoveel dingen zijn die je van een ander kunt krijgen zoals verkoudheid of griep. Het is makkelijk te denken dat kanker misschien hetzelfde zal zijn, maar dokters en andere wetenschappers weten dat je geen kanker van iemand anders kunt krijgen. Meer leren over kanker, kan je helpen. Je zult je minder bang voelen als je meer weet over de ziekte.
Iets horen over behandelingen en testen kan moeilijk zijn. Sommige mensen vinden het angstig alleen al om te denken aan de naalden en bloedtesten en bestralingen. Soms is het leren over deze dingen en erover praten met de persoon met kanker (of iemand anders) over hoe het werkelijk is, de beste manier om met deze angsten om te gaan. Als een bezoek aan het ziekenhuis mogelijk is, dan zou dat ook kunnen helpen tegen de angst voor behandelingen en testen.
Niet zo erg als ik me had voorgesteld,
“Op een dag ging ik naar de kliniek met mijn broer voor zijn behandeling. Ik zag het apparaat waarmee hij wordt bestraald en hoe een infuus werkt, en ik ontmoette zijn dokter en de verpleegsters. Ik zag een heleboel kinderen die niet meer haar hadden dan hij heeft. Als hij nu naar de kliniek gaat, dan hoef ik me niet meer af te vragen waar hij allemaal doorheen moet. Ik weet nu wat het is. Het is niet leuk voor een klein kind zoals hij is, maar het is niet zo erg als dat ik me had voorgesteld.” Matthew, 14 jaar
Soms, als je vader of moeder kanker heeft, is ook de andere ouder veel in het ziekenhuis en is dus ook weg van de familie. Voor sommige jonge mensen is het feit dat hun beide ouders in het ziekenhuis zijn in plaats van thuis beangstigend. Ze kunnen zich zorgen maken over hun ouders en een speciaal iemand nodig hebben om te bellen of alles in orde is.
Dan weet ik dat het goed met ze gaat
“Als mijn vader in het ziekenhuis is, gaat mijn moeder ook en dan blijf ik bij mijn tante Emily. Ze is aardig, maar soms dan word ik bang omdat ik niet weet hoe het met mijn vader is, of ik mis mijn vader en mijn moeder. Dus nu bellen mijn vader en moeder elke dag voor het eten even en vertellen ze hoe het gaat en ik kan ze vertellen over mijn dag en dan weet ik dat het goed met ze gaat.” Erin, 9 jaar
Je schuldig voelen.
“Op een dag werd ik echt boos op Chrissy. Ik mocht van haar niet mee fietsen met haar en mijn nichtje, en ik werd boos en zei: ‘’ik wou dat je dood was’’. Nu heeft ze leukemie en kan ze doodgaan, en nu denk ik dat dat misschien mijn schuld is. Ik was bang om het aan iemand te vertellen omdat ze dan allemaal zouden weten wat ik gedaan had en dan zouden ze boos worden. Maar mijn vader hoorde me op een avond huilen en hij liet me vertellen waarom. Hij zegt dat het niet mijn fout is of van iemand anders dat Chrissy kanker heeft, en dat je niet iemand kanker kunt laten krijgen alleen maar door wat je zegt ” Kitty, 10 jaar
Dank zij mijn troep?
“Ik had al mijn troep op de vloer laten liggen, in plaats van het op te ruimen, en de volgende morgen viel mijn moeder er overheen. Ze was boos en ze had een heleboel blauwe plekken. Een tijdje later vertelde de dokter haar dat ze kanker had. Nu is ze in het ziekenhuis. Misschien, als ze niet gevallen was, was ze nu goed geweest.” Tom, 11 jaar
Net zoals woorden geen kanker kunnen veroorzaken, zo kunnen blauwe plekken of bulten of gebroken botten dat ook niet. Vergeet nooit: Het was niets dat jij deed, hebt gezegd of hebt gedacht dat de kanker heeft veroorzaakt
Ook jij bent en blijft belangrijk
Sommige mensen zijn bang om aan iemand te vertellen wat ze denken en voelen zich schuldig voor een lange tijd. Zelfs je ouders kunnen zien dat er iets is wat je dwars zit, maar ze zijn misschien niet in staat om te raden wat het is. Het is moeilijk om erover te praten, zeker als je denkt dat je iets verkeerd hebt gedaan en dat iedereen boos op je zal worden. Maar het is echt het beste om het te zeggen zodat jij en je ouders of bijvoorbeeld iemand van het ziekenhuis er over kunnen praten.
Mensen voelen zich soms schuldig omdat zij zich goed voelen en een van hun ouders of broers of zussen is ziek. Jonge mensen kunnen het gevoel hebben dat het niet goed is voor hun om te genieten van de dingen die ze leuk vinden om te doen, wanneer de persoon met kanker niet kan doen wat hij of zij zou willen. Deze gevoelens geven aan dat je om je familie geeft, maar het is belangrijk om niet alleen te geven om de persoon met kanker, maar ook om jezelf. Het is het beste voor iedereen als je jezelf blijft en de dingen blijft doen die belangrijk voor je zijn.
Volgend jaar, misschien, kunnen ze allemaal komen.”
“vorig jaar brachten mijn moeder en mijn vader mij altijd naar softbal, maar nu is mijn vader ziek en mijn moeder is altijd in het ziekenhuis of druk op haar werk of druk in het huis. Ik dacht dat ik dit jaar niet naar softbal zou kunnen en ik wist ook niet zeker of ik het wel moest doen, nu mijn vader zo ziek is. Ik vertelde het aan mijn oma en zij zei dat ik wel moest gaan softballen en dat zij me zou brengen. Ze vindt het leuk om mee te gaan en ze vertelt mijn ouders alles over de wedstrijd en hoe ik gespeeld heb. Volgend jaar, misschien, kunnen ze allemaal komen”. Dave, 11 jaar
Boos worden!
“Soms ben ik boos op mijn broer omdat hij kanker heeft. Ik weet dat het niet goed is en dat hij er niks aan kan doen. Maar het heeft alles veranderd. Mijn ouders praten nergens anders over dan over hem en anderen doen dat ook. Het is gewoon niet eerlijk.” Sharon, 13 jaar
Mensen die een broer of zus hebben of een van de ouders met kanker, kunnen zich boos voelen op die persoon omdat hij ziek is geworden en hun leven heeft veranderd. Dit lijkt misschien verkeerd, en mensen voelen zich soms schuldig omdat ze boos zijn. Maar het kan heel zwaar zijn als, iemand in je familie hebben met kanker betekent, dat je daardoor niet zoveel bij je ouders kan zijn of dat je bij iemand anders moet blijven of dat je dingen op moet geven die je leuk vindt. Zelfs als je begrijpt waarom het gebeurt, hoef je het nog niet leuk te vinden. Anderen die hetzelfde hebben meegemaakt zeggen dat het belangrijk is om te onthouden dat het niet altijd zo zal blijven. En wanneer je boos wordt, onthoudt dan dat je geen slechte persoon bent of dat je niet van degene met kanker houdt. Als je boos wordt betekent dat gewoon dat je boos bent.
Je verwaarloosd voelen
Een van de dingen waar jonge mensen boos over worden is het gevoel om overal buiten gehouden te worden of verwaarloosd te worden. Sommigen voelen dat ze niet zoveel aandacht meer krijgen als daarvoor, en vaak hebben ze gelijk. Familieleden, inclusief je ouders, hebben allemaal een boel aan hun hoofd en het kan zijn dat ze al hun energie moeten stoppen in het helpen van de persoon met kanker. Hierdoor kan er weinig tijd voor jou overblijven, zeker als ze ook nog eens heen en weer moeten naar de kliniek of het ziekenhuis. Jonge mensen denken vaak dat hun broer of zus met kanker meer aandacht krijgt van de ouders.
En ze komen niet naar mijn kamer.
“s’nachts gaan mijn ouders bij mijn zus de kamer binnen en doen het licht aan en kussen haar en wensen haar goedenacht, en ze komen niet naar mijn kamer, hoewel soms doet mijn moeder dat wel. Ze zegt tegen me: ” denk niet dat we partij trekken voor haar” Maria, 15 jaar.
Jonge mensen ervaren dat hun broer of zus met kanker veel meer dingen mogen dan dat zij.
Als ik iets verkeerds doe dan schreeuwt mijn moeder. Als mijn broer wat verkeerds doet, dan zegt ze er niets van.Dennis 13 jaar.
Waarom doen ouders dit? Het is niet omdat ze niet van al hun kinderen houden. Het is voor hun een verwarrende tijd, net als voor jou. Ze moeten snel een hoop leren over kanker en het ziekenhuis. Ze zijn moe en bezorgd. Ze zien dat een van hun kinderen ziek is en willen het misschien proberen goed te maken door het kind een beetje meer aandacht te geven. Ouders weten, net als jij, dat sommige mensen dood gaan aan kanker en ze kunnen daar bang voor zijn en dan willen ze misschien wel alles doen wat ze kunnen voor je broer of zus die kanker heeft. Soms geven ze een jong persoon met kanker een speciale behandeling, die dat helemaal niet wil.
Gewoon normaal, zoals ze hiervoor was.
“Ik heb een zus met kanker. Ze is overstuur omdat ze nu anders behandeld wordt. Ze wil niet als een baby behandeld worden, gewoon normaal, zoals ze hiervoor was. Zij en mama hadden altijd ruzie en nu is mama de hele tijd lief en aardig en dat is raar. Niet dat mijn zus van ruzie houdt, maar dit is gewoon niet normaal”. Peggy, 15 jaar
Om wat voor reden dan ook, en of je broer of zus het leuk vindt of niet , je ouders geven misschien een speciale behandeling aan degene met kanker. In deze periodes is het normaal om jaloers te zijn, zelfs als mensen zeggen dat je dat niet moet zijn omdat jij niet ziek bent. Het is volstrekt normaal dat je tijd wilt met je ouders en ook een beetje speciale aandacht. Jonge mensen die een vader of moeder hebben met kanker kunnen zich ook verwaarloosd voelen.
Ik voel me alsof ik maar voor mezelf moet zorgen
“Nu mama ziek is, is alles in huis anders. We eten bijna nooit meer samen, en er is nooit iemand om me te helpen met mijn huiswerk of om naar me te luisteren. Mama deed dat altijd. Ik voel me alsof ik maar voor mezelf moet zorgen”. Martha, 13 jaar
Als een van je ouders kanker heeft, dan kan de andere ook zo druk zijn dat ze allebei weinig tijd hebben voor de rest van de familie.
Hij heeft het gewoon te druk.
“Soms vindt mijn vader dat hij ons verwaarloosd omdat hij zoveel bij mama is. En in zekere zin is dat ook zo. Ik weet dat hij er niets aan kan doen. Hij moet werken en hij wil mama zien, maar hij is niet bij ons zoals hij eerst wel was en hij doet niet meer de dingen met ons die hij eerst wel deed. Hij heeft het gewoon te druk”.Barry, 16 jaar
Als je vindt dat je niet zoveel aandacht krijgt, of je nu een broer, zus, vader of moeder met kanker hebt, bedenk dan dat de persoon met kanker meer aandacht krijgt omdat ze speciale verzorging nodig hebben en niet omdat ze minder van jou houden.
Je alleen voelen
Wellicht heb je het geluk dat je een speciale vriend of vrienden hebt die hetzelfde met je omgaan als voordat je familielid kanker kreeg. Maar veel jonge mensen met kanker in hun familie vinden wel dat ze sommige van hun vrienden kwijt zijn geraakt. Soms gebeurt dit omdat je vrienden misschien weinig over kanker weten en misschien bang zijn dat ze het van jou krijgen. Of misschien weten ze niet wat ze moeten zeggen en blijven dan liever weg in plaats van zich verlegen te voelen. Het kan ook zijn dat jij je een beetje anders gedraagt nu er iemand met kanker in je familie is, omdat je van streek bent, bang bent of je schaamt, of gewoon omdat je meer bij je familie wilt zijn.
Ik wil dan echt bij mijn zieke zus zijn
“Soms vragen mijn vrienden zich af waarom ik zo vreemd doe. Ik wou dat ze begrepen, dat ik soms geen zin heb om te doen wat zij doen. Ik wil dan echt bij mijn zieke zus zijn”.Nan, 12 jaar.
Als je vrienden je niet begrijpen, kan het zijn dat ze denken dat jij hun niet meer wilt zien. Het kan een moeilijke tijd zijn voor jullie allemaal. Wat kun je er aan doen? Misschien moet je wel de eerste stap zetten naar je vrienden, zelfs als dat moeilijk is. Misschien reageert wel niet iedereen zoals jij dat zou willen, maar het kan helpen om ze een kans te geven. Vaak weten vrienden gewoon niet hoe ze moeten reageren en moet je hen vertellen hoe je graag behandeld zou willen worden. Misschien hebben ze het ook wel nodig dat je hun laat weten dat je ze nog steeds nodig hebt, ook al lijk je misschien een beetje anders omdat je van streek bent. Misschien kun je ze wel uitnodigen bij je thuis om tv te kijken, computerspelletjes te spelen of gewoon om te kletsen. Laat ze weten dat je het nog steeds leuk vindt om met ze te praten of bijvoorbeeld naar de film te gaan, zoals je voorheen ook deed.
Als het een moeilijk tijd voor je is, vergeet dan niet dat het niet voor altijd zo zal zijn. Oude vrienden kunnen weer hele goeie vrienden worden. En mensen die vrienden zijn kwijtgeraakt hebben ontdekt dat ze ook weer nieuwe vrienden hebben gemaakt. Misschien is er wel iemand op jouw school die een zieke in de familie heeft en die zal begrijpen hoe jij je voelt. Die persoon kan misschien een nieuwe speciale vriend worden.
Vragen beantwoorden:
Als je vrienden met je praten, kan het zijn dat ze niet de dingen zeggen die je graag zou willen horen. Soms, en dan vooral in het begin, stellen mensen veel vragen die moeilijk te beantwoorden zijn.
En ik wist niet wat ik terug moest zeggen
“Mensen vroegen me de hele tijd van alles. Ze zeiden bijvoorbeeld dingen als: ‘’Ik heb gehoord dat Jean in coma is’ of ‘ik hoorde dat je hysterisch was’. Als ik ze de waarheid vertelde, dan geloofden ze me niet. En ze stelden domme vragen zoals ‘kan Jean lopen? Kan ze schrijven?’ Ze wisten niet wat er aan de hand was, en ik wist niet wat ik terug moest zeggen. Ik werd er helemaal ziek van”.John, 14 jaar.
Een van de manieren om je klasgenoten te informeren is om samen met je ouders met je leraar te praten en te bekijken of de leraar of iemand anders die iets weet van kanker en de behandeling ervan, met je klas zou kunnen praten. Vraag bijvoorbeeld aan de dokter, verpleegster of sociaal werker of er een uitleg kan worden gegeven op school of in het klaslokaal. Dit geeft je vrienden een kans om een vragen te stellen en dan weet je zeker dat ze de goeie antwoorden krijgen niet over jouw familielid, maar over kanker in het algemeen.
Sommige mensen stellen vragen waarvan ze niet weten dat sommige moeilijk te beantwoorden zijn voor jou of vragen die je rot doen voelen. Als je hun vragen wilt beantwoorden, dan kan het handig zijn om te bedenken wat mensen zouden kunnen vragen en daar alvast een antwoord op verzinnen. Mensen zouden kunnen vragen hoe de persoon met kanker zich voelt of hoelang de persoon met kanker in het ziekenhuis moet blijven. En ze kunnen misschien ook wel vragen stellen zoals:
- Krijg jij nu ook kanker van je moeder?
- Waarom heeft je broer altijd een pet op?
- Is zijn haar echt uitgevallen?
- Gaat je vader dood?
- Wat heeft je zus gedaan dat ze nu kanker heeft?
Misschien wil je wel hulp bij het zoeken naar antwoorden op dit soort vragen. Er zijn verschillende mensen aan wie je dat zou kunnen vragen zoals je ouders, een leraar of mentor, een volwassen vriend of de dokter, verpleegster of sociaal werker. En onthoudt: je kunt altijd tegen mensen zeggen dat je ergens niet over wilt praten of dat je het antwoord niet weet. Soms kan het zoeken naar een antwoord en het proberen om over je gevoelens te praten, anderen helpen om te begrijpen wat je allemaal doormaakt.
Ik wil mijn vrienden niet meer mee naar huis nemen.…
“Sinds het haar van mijn broer uitgevallen is en hij zo bleek en dun geworden is, wil ik mijn vrienden niet meer mee naar huis nemen. Ik wil niet dat ze zien hoe anders Tim er nu uitziet, en ik denk ook niet dat hij het leuk vindt om hun te zien. Daarnaast is het niet echt makkelijk om te lachen en te giegelen thuis als er iemand ziek is”. Caroline, 12 jaar
Soms kunnen mensen die iemand in de familie hebben met kanker, zich schamen omdat hun familie nu anders is. Het is anders dan het was en het is anders dan de familie van hun vrienden. En mensen die dan ook nog vragen stellen die ze niet kunnen beantwoorden zorgen ervoor dat ze zich nog meer schamen of ongemakkelijk voelen. Dus soms willen ze de kanker thuis laten en hopen dat geen van de vrienden er iets van te weten komt. Natuurlijk kun je zoiets niet echt doen omdat als er iemand ziek is van wie je houdt je mensen nodig hebt om mee te praten en die je begrijpen waarom je overstuur bent. Als je je een beetje schaamt bij mensen, omdat iemand in je familie kanker heeft, onthoudt dan dat anderen zich ook zo hebben gevoeld en dat dit gevoel vaak weggaat zodra iedereen er een beetje aan gewend is geraakt.
Hoewel anderen vinden dat ze je een heleboel vragen mogen stellen, kan het ook zo zijn dat sommige mensen met kanker in de familie het vervelend vinden om vragen te stellen over de persoon met kanker. Onthoudt dan dat als je iets niet begrijpt, geen enkele vraag een domme vraag is.
“Nu weet ik dat het echt helpt om de vragen gewoon te stellen.In het begin stelde ik geen vragen, hoewel ik een heleboel vragen had. Ik dacht dat mensen me echt dom zouden vinden, maar nu weet ik dat het echt helpt om de vragen gewoon te stellen.” Brad, 14 jaar
Omgaan met de bijwerkingen:
“Diana had heel erg veel haar, en soms viel het ’s nachts uit en lagen er haren op haar kussen als ze wakker werd, of vielen uit haar kam of wanneer ze haar haar waste. Ik werd er in het begin best bang van, maar ze nam het heel goed op”. Lois, 16 jaar.
Als iemand van wie je houdt, last heeft van bijwerkingen van de behandeling van kanker, dan moet je leren leven met al deze veranderingen. Het lijkt misschien een beetje vreemd of eng in het begin, maar andere mensen hebben gemerkt dat ze er snel aan gewend waren. Sommige mensen buiten je familie begrijpen het misschien niet en kunnen de gevoelens van degene met kanker kwetsen.
Maar ik niet, ik heb medelijden met James.!
“Toen mijn broertje James terug ging naar school, kreeg hij nog steeds chemotherapie en was al zijn haar kwijt, daarom droeg hij een pet. Op een dag rukte een kind zijn pet af en pestte hem. James zei dat iedereen hem aan zat te staren. Mama zegt dat we medelijden met dat kind moeten hebben omdat hij niet beter weet. Maar ik niet, ik heb medelijden met James”. Amy, 12 jaar.
Het is moeilijk voor te stellen waarom iemand James wil pesten, maar het is niet zo belangrijk om te weten waarom, als wel te weten dat deze dingen nu eenmaal gebeuren en dat je niet altijd je broer of zus daar tegen kan beschermen. Wat jij kan doen voor de persoon met kanker is te proberen te begrijpen hoe ze zich voelen en ze te helpen inzien dat ze nog steeds vrienden hebben. En, als je ze af en toe eens pest, zoals je ook deed voordat ze kanker hadden, dan is dat helemaal niet slecht, als je het maar niet te lang doet of er niet mee doodgaat als je ziet dat je hen ermee kwetst. Broers en zussen plagen elkaar allemaal en het is belangrijk dat, zelfs als je broer of zus kanker heeft, dat je elkaar zoveel mogelijk hetzelfde behandeld als voor de kanker. Misschien ben je geschokt als de persoon met kanker er anders uitziet als ze thuiskomen vanuit het ziekenhuis of de kliniek.
Omdat hij altijd zo groot en sterk was en nu was hij zwak. Het zat me dwars.
“Mijn vader had kanker en was voor lange tijd in het ziekenhuis. Toen hij eindelijk thuis kwam was hij nog steeds erg ziek. Ik moest hem helpen om de trap op te komen omdat hij nog steeds erg zwak was. Het was raar omdat hij altijd zo groot en sterk was en nu was hij zwak. Het zat me dwars”. Richard, 16 jaar.
Zelfs als iemand je vertelt dat je familielid er niet hetzelfde uitziet, kan het zijn dat je niet voorbereid bent op de verandering. Probeer uit te vinden welke veranderingen je kunt verwachten. Het is misschien moeilijk voor je, maar het is belangrijk om te onthouden dat, hoewel ze er anders uitzien, dat ze nog steeds dezelfde persoon zijn.
Veranderen:
Sommige jonge mensen die een familielid met kanker hebben, zullen zelf een beetje veranderen. Soms zullen ze er zich niet bewust van zijn of weten ze niet waarom. Maar met al die nieuwe en verschillende ervaringen en gevoelens, is het niet zo raar dat mensen veranderen. Ze kunnen misschien problemen hebben op school of niet in staat zijn zich te concentreren of niet zo goed kunnen opschieten met mensen zoals ze voorheen wel konden. Het kan zijn dat ze iets minder voorzichtig worden of dingen doen die gevaarlijk zijn en misschien wel vaker gewond raken.
Ze kunnen zich veel zorgen maken over zelf ziek worden en kunnen zelfs ook vaker ziek zijn. Hun schoolcijfers worden lager of ze kunnen juist veel meer betrokken raken bij school en hogere cijfers halen.Al deze veranderingen kunnen zich voordoen omdat jonge mensen die bang of bezorgd zijn of van wie het leven veranderd is, meer aandacht van thuis nodig hebben. Precies zoals met andere problemen of zorgen helpt het om met mensen te praten die om hen geven en die begrijpen wat er aan de hand is.
Als je niet hebt gemerkt dat je veranderd bent, dan kan het zijn dat iemand anders dat wel ziet en er met je over wil praten. Als ze dat doen, bedenk dan dat ze dat doen om je te helpen. Je ouders, leraren of sociaal werkers in de kliniek of het ziekenhuis kunnen je allemaal helpen als je veranderd bent op een manier die niet goed voor je is of die je verdrietig of onzeker maakt.
Niet alle veranderingen zijn slecht: sommige kunnen zelfs goed zijn. Veel jonge mensen die kanker in de familie hebben gehad vinden dat het hen heeft geholpen bij het volwassen worden. Anderen zeggen dat het hun familie dichter bij elkaar heeft gebracht.
En ik denk dat we allemaal een stuk volwassener zijn geworden toen hij ziek was
“Mijn broer is nu vrij van kanker. Dingen waren eerst behoorlijk slecht. Toen, na een tijdje, werden de dingen wat rustiger en werden weer zoals daarvoor. Ik denk dat de kanker van Billy ons allemaal dichter bij elkaar heeft gebracht. Ik kan nu beter met hem opschieten en ook met mijn zus en zelfs met mijn oudere broer. Ik ben ook dichterbij bij mijn ouders gekomen. En ik denk dat we allemaal een stuk volwassener zijn geworden toen hij ziek was. Alice, 15 jaar